Het geschuifel van de lakens
terwijl hij zich tussen gedachten wringt.
De geur afkomstig van versgewassen gordijnen
brengt hem naar een heldere gedachte.
Zijn geluk, als haar stem in z'n gedachten klinkt.
De lakens in zijn handen als schuurpapier,
haar huid in herinnering als fluweel goud.
Zich door een weg van regen banend,
hij kan niet langer op haar wachten.
als ze zich opsluit in zijn armen, vindt ze
haar eeuwige plaats in een warm hart.
Het gevoel van verdampende eenzaamheid,
hij voelt zijn ogen openen, klaar
om te stralen in die van haar.
Zwevend laat hij ze los,
om plots die stralen terug te krijgen
en zijn lippen te verlassen met anderen.
Ik heb weer een doel in het leven, dacht hij.
Toen hij langzaam ontwaakte
en de droom van hem een man maakte.