Ogen zo diep als de oceaan,
Drijvend op een vlot van gevoelens
Blijf ik dan toch bestaan.
Lach zo schuchter en mooi als een hertenjong dat tracht op te staan.
Handen zo teder en zacht
Als het kussen van de zon met de nacht
Zie ik je wandelen met al die schoonheid en pracht… zou ik willen zeggen:
Nee, ik heb je niet verkracht.