hier zit ik dan:
mijn benen wijd open,
mijn arm die losjes tussen de pilaren van de leuning hangt
ik wou dat ik de moed had om de trap af te lopen
met rechte schouders
en te zeggen:
Hier ben ik dan.
nee,
hier zit ik dan
te filosoferen op de trap
over dankbaarheid voor kleine pleziertjes,
poëzie is als een aangedamt venster en
of het lot bestaat.