vroege veren bloeien uit de kippenren
blauwe regen gestrooid over de wangen
van de stadsparktuin die mij niet huilt
kattencircus op de venster
banken kreunen onder oude ijsjesdames
die wagens met wezens rondpralen als marktverkopers blanke kinderen
lopen met vingers van hun moeder aan de haal
om zonnen te vangen
die dansen op straat, die in mijn lege
schaaltje vallen.