Wij dekken de tafel met de meetlat
wegen woorden als een smid zijn goud
zeuren over het nut van een komma,
het leven serveert ons een berg
al verhullen wolken ons eenzame doel
wij bijten ons het rechte pad omhoog
het zicht halfweg pijnigt onze taaiheid
de top huist in ons hoofd
tijdens de afdaling grijnst
het vergeten panorama ons toe
we hollen de edelweiss voorbij
het dal piekt alweer, beneden
wij dekken ons falen met gekerfde scherven,
schenken onszelf het gebergte.