Als laatste patient
zie ik de nacht terug vandaag;
ze slentert al even slapeloos naar haar
-nochthans knusse-
hoekje van mijn kamer terug,
zoals ik die 's morgens uitga.
De nacht woelt humeurig in de sofa
en gooit mijn ganse leven overhoop,
ze houdt me wakker;
Ze vertelt verhalen over verloren liefdes,
rooduitgeslagen rekeningen
en over onvoorbereide examens of toespraken,
terwijl ik,
rustig,
een anti-stressboek lees.
Al enige tijd krijg ik zo de nacht over de vloer;
Chronisch vermoeid, gefrustreerd en hopeloos ontroostbaar.
En hoewel ik al elke remedie heb voorgeschreven
-pillen, verhalen, voldoende rust,
thee en ampules-
blijkt niks te helpen.
dus is ze maar vaste klant geworden.
Ik ben psycholoog,
en draag sinds kort de last van de wereld op mijn schouders.
Eenvoudig is het zeker niet,
maar toch begint na enige tijd best
prettig
te worden;
en voel ik haar trots;
Want sinds ik
de last van de wereld
de dag in draag,
vindt de nacht,
-onberispt en onvergankelijk-
in haar zwartgalligheid zichzelf terug.