Ik had je al bijna ingeslikt
toen je jezelf openbaarde als
cactus.
We bleven samen hangen
aan je stekels
verzorgden beurt om beurt
elkaars wonden
staken op zijn tijd
in dor vlees
als de rust al te overheersend
was wedergekeerd
lachten en huilden dan geluiden
die we regen aan je stekels.
Ik weet niet wie
zich nu bekommert om
je littekens.
Op mijn vensterbank
rust een cactus.