Zeven-drie
"Ik vergeef je dat ik hou van jou" - Paul Snoek
Het mag, er mag een liefdesgedicht ontstaan
in de deuk van je slaap, in de holte van je knie,
in de leegte van je krul, maar dan
ben jij de schuld van dit gedicht.
Ik vergeef je dat mijn vingers krioelen
naar je wang, waar ze het wateroppervlak
verrimpelen. Ik vergeef je dat ik lik
aan de randen van je ogen, aan de heuvels
van je hoofd, dat ik breek aan jouw huid.
Ik vergeef je dat mijn lijf hier hoort,
in een omtrek van jouw ik.
Ik vergeef je medeplichtigheid
aan de schuld van dit gedicht.