Langer dan de torens, trager dan de treinen, borend door de nacht en slapend bij de zwijnen
hou ik van staal en wolkenkrabbers, droom ik van auto’s en van wetenschap
maar mijn lief is gewoon een serveerster, mag dat?
Koop dan een nieuw hoofd, net als ik, leg je oude hoofd hier in mijn schoot ik zal er goed voor zorgen
of in de rekken van de supermarkt, dat kan ook, iemand anders ruimt het wel op - daar zijn mensen voor
ga zelf zonnen in het midden van de nacht, bovenop het dak, dat heb je wel verdiend
eet snoepjes gemaakt van geld en geluk en vraag je af of het waar is wat ze zeggen
tel de calorieën
hebben gummybeertjes alleen maar kleur en geen smaak? Is dat ook een complot?
Weet je, ik zou je kunnen kussen nu, met mijn nieuwe hoofd, met mijn nieuwe mond, mijn nieuwe tong
maar wij zijn werelden van elkaar verwijderd, jij en ik
vóór mij is het donker: donder, licht en vuur - ik zie niks en ik hoor niks, ik ben een blinde muur
vóór jou is de lege hemel: wolken en sterren en je zegt dat wolken gewoon de binnenkant zijn van sterren
of zoiets, ik lette niet goed op; gewoon de binnenkant van sterren
die naar buiten komt, als druiven gevuld met lichtgevende inkt die openbarsten in water - nee in koffie - nee in cola.
Je slaapt met de kerstverlichting aan, zeg je, het hele jaar door
uit angst of misschien uit hoop
dat het morgen feest is.