mijn hart heeft zicht nooit al te druk gemaakt
over vervlogen zoenen en verloren blikken
maar nu ik jou heb voelt het zich naakt
en aan de gedachte jou kwijt te raken moet het even slikken
mijn lippen voelen zich reeds thuis op jouw huid
en mijn oren kennen het liefst jouw geluid
mijn ziel, dat eens begraven was onder wanhoop,
rijst weer naar boven als een bloem in bloei
en mijn gezicht loopt met die vreugde te koop
ik weet dat ik me soms te veel bemoei
maar mijn stem is simpelweg niet te stoppen
ik moet alles tegen je zeggen,
van ongezouten mening tot flauwe moppen
mijn lichaam wil zich voor eeuwig in je bed leggen
terwijl mijn neus uit de lakens je geur opsnuift
ik wil me oneindig ver voor je openstellen
zolang jij de enige bent die me nooit uit wuift
mijn handen laten je niet meer los
ze zoeken elk verhaal dat je wilt vertellen
en nu mijn brein me vertelt: jij bent de klos
weet ik dat ik het niet meer uit kan stellen
dit zijn woorden waar ik me niet makkelijk aan waag
maar ik wil dat je ze kent, want
ik zie je graag