Zoekgeraakte sporen liggen voor onze voeten
omdat je zoekt en vindt in kasten, laden
een punaise slaapt achter een verminkte tafelpoot,
licht dwaalt af naar vensters met vleugels
een krijtgedicht van decennia geleden, op straat gepost
woont onder de buik van een lekke band,
vingers, grenzend aan de lijnen van je handpalm,
peuteren pluis weg achter een navelheuvel
de spelregels zijn simpel,
(je bewegingen traceer je via spiegels)
een weg die leidt naar later, nog vers in het vermoeide gras,
is doodlopend als het lichaam van een stilstaand silhouet
die bekleedt de blozende horizon, een zwijgzame verte
omdat dat wat stilstaat geen taal kent