ik lees andere monden, zodat ik zie
dat ze jouw trekken niet vormen bij mijn naam,
we zouden ze dan kneden tot doodsprentjes
rouwvergeten bloed stolt niet langer verdoken
met een leeg hoofd verdreven smeekte ik je
terug te komen. te zeer minnekoosde ik je
geschreeuw, de tinnitus wiegt me zo in slaap.
de dagen slijten mijn zelfkennis, eroderen mijn liefde
voor mijn eigen spiegelbeeld. Ik was je nooit voldaan.
Met scherven trek ik torenhoge mistbanken
op de kusten van mijn bestaan.
Je spoelt me zo zelden
nog hard aan.