In mijn daglicht
stol je
tot een cocon van reddeloos verdriet
Je traan is de sleutel
tot een zee
vol verlangen
Gesublimeerde liefde
prikkelt mijn onstilbare honger
als je ontpopt
tot een kussen van fluwelen lucht
dat op me rust
als ik slaap
in je ongrijpbare dromen