Het waait in mijn straat.
De auto's vliegen weg
zonder vleugels.
Het ene oor in.
Het andere.
Geen tijd.
De nachten zijn zo stil.
Als gij droomt,
schrikt ge wakker.
Als ik droom merk ik niks.
Er staan levens op het spel.
Ik draai me nog eens om.
Rol op als een haarbal.
Rol weg als een hooibaal,
over wagens, fietsen, mensen en
van die kleine mensen.
Mijn oren suizen van bedrog.
De wereld draait vanzelf.