Een zwemmer zwemt
lijntjes tussen de golven op
zijn voorhoofd.
Hij zal wel denken aan
iets.
Zo Dwaas is hij wel.
Hij is niet de enige.
Zijn vrouw zat
achter de naaimachine.
Rikketikketik.
TOK!
Draad is op, tijd voor
een nieuwe.
Dag meneer! Je bril
staat een beedje scheef.
De soldaten vechten tussen
zijn Harige wenkbrouwen. Zouden ze
de oversteek van de linker
naar de rechter
wagen?
Zij denken ook aan iets.
VROUWEN
zitten achter de naai-
machine.
Rakketakketok
BAB!
De draad is op, tijd
voor
een nieuwe.
DAG
MENEER!
Je haren zijn nog
niet gekamd.
. . .
Dag papier met
de meneer erop.
Tralalalala
KLAAR.