Ik strek mijn hand uit
En mijn vingers dansen met de schimmen van je contouren
Je fluistert een woord dat weerklinkt
In de holle ruimtes van de kerkers van mijn onderbewustzijn
Je lach gonst en vibreert
Mijn hart klopt nog één keer
Het is tijd
Ik strek mijn hand uit
En mijn vingers balanceren op de rand der herinnering
Je prikkelt losse zenuwbanen
Met de impact van een fantoomschock
Ik verbrand me aan luchtkastelen en fata morgana's
Ik zie je weerspiegeld in mijn dode hoek
Het is tijd
Ik strek mijn hand uit
En ik bevind me in een niemandsland
Een eindeloze repetitie aan grenzen giert gonzend bij elke stap
Ik kijk door een caleidoscoop aan voorwaarden en voorwendsels
Hoeveel poorten zijn er nodig om binnen te geraken?
Hoeveel pogingen om betekenisvol te zijn?
Het is tijd