Gisteren dansten er wolken in mijn hoofd
Ze schuifelden trage passen
Met af en toe een pirouette,
zoals alleen oude koppels dat kunnen
Bij het horen van mijn stappen sprongen ze niet geschrokken op
Wel glimlachten ze tevreden
en bogen schijnbaar verontschuldigend het hoofd
De mannen wreven met hun rimpelige handen
Over de hoofden van hun vrouwen
En werden met een trouw kneepje beloond
Ze leken elkaar en mijn hoofd door en door te kennen,
hoewel ik zeker weet dat ze er maar pas waren ontstaan
En na een korte knik van mij gingen ze weer aan het dansen.
Ik stond slechts nieuwsgierig aan de zijlijn,
Verrukt over de schuifelende gedachten
En zelden beroerde mij iets meer
dan gisteren mijn eigen rustige geluk