Langs de rimpels van mijn hand
strelen mijn vingertoppen de jaarringen van het tafelblad
tot aan de rand
Daar kruip ik langs de weerbarstige schors van mijn kindertijd naar beneden
dwaal met mijn herinneringen lange houten trappen af
op zoek naar het verhaal over wat ik vertellen wou
Met de bijl hak ik in op wat
later zou kunnen uitgroeien tot een gonzend woud
waar het wemelt van jeugdelijke mogelijkheden
van boomhutten en kattenkwaad
Net als een vallend blad
spiraalt de tijd naar beneden
en worden de jaren verder beschreven aan de tafel thuis
waar ik met onbepaald tijdsbestek
het resterend verhaal opeet