Ik zette voet aan wal op de Maatschapppij-eilanden, een uitgestrekt archipel
Aangetast cement brokkelde me er tegenmoet
en spoelde de sporen achter me weg
Ik zag mensen bedrijvig bezig met barstbestrijding
tegen het kluwen van wortels dat de fundamenten scheurt
Een tapijt van beton bedekt het leefoppervlak
als een stevige basis voor het dagelijks leven
Elk jaar ging het van meer en dikker
zodat de ondergrond van onkruid werd versmeert, begoten en ondergestopt
en de wereld steeds meer en laag voor laag onderwereld werd
Uiteindelijk zakte het eiland verzuchtend in zoute zeeen van onbekend
Wat boven overbleef was een landschapstreep met grijze heuvels
platgeslagen door de laatste koppige mensen die ijzerhard geloven
in de gouden waarde van een grijze wereld
Vanaf een afstandje keek ik toe,
hoe iedereen zo verbeten op een heuvel sloeg
en draaide me om op de rand van mijn bestaan
Daar aanschouwde ik het onmetelijk wateroppervlak
die de nieuw verworven elementen van verzakt fundament
bevruchtte door onbegrijpelijke mystiek
en er onbezonnen leven deed ontstaan
Misschien is er wel geen eerste keer
geen begin of einde aan dit verhaal
besluit ik wegdobberend
de leegte in