op het meer waar wij
al dansend uit varen gingen
tussen de sterren
ligt een dikke mist
het rimpelige oppervlak
een spiegel gelijk
verdoezelt wat moet opgeblonken
en bewondert
zoals de sterren is wat licht is
reeds lang vergane glorie
die twinkelt in het halfduister
van herinnering
waar nog steeds in donkere kamers
stemmen van licht weerklinken
bevroren maar ontdooid in hun werveling