ik schrijf je naam in m’n dagboek
in het midden van het blad
dan kan je nooit over de randen tuimelen
ik lees boeken van achter naar voren
zo zijn de vragen des te groter
en tellen de bladzijden af zoals mensen dat doen
zoals sneeën van een blad papier
ze zeggen nooit hoe lang ze gaan blijven
hoeveel pijn ze zullen doen
Homeros zegt dat het leven vooral bestaat uit verwachtingen
ergens in een ver verleden
schreven mensen verhalen nooit op
ze werden aan oren doorverteld
en vertakten een oneindige verzameling
verschillend beknopte vingers
maar wij zijn onveranderlijk
wij bloeien in de winter terwijl
de sneeuw jaloers naar onze kleuren kijkt
en toen de vrieskou kwam
hield je toch meer van zomernachten
die nooit wachten zullen op jou
want het is de winter die nooit vergaat