Alles wat je bijhoudt in de zakken van je rode jas
wringt
breng me dan toch terug
een stap terug, drie jaar geleden
wanneer de dieren nog spraken
en ik enkel jou zag en jij enkel
mij totdat je alles anders ook
zag en ik eerst niet maar dan
wel.
M'n bril die staat op m'n neus.
Ik heb geprobeerd door de glazen
te kijken en niet onder of boven
de glazen te turen.
Maar de lucht was zo blauw
en de aarde zo groen.
M'n hoofd schudt zich lichtjes
wanneer ik snel om het gordijn kijk,
maar je niet meer zie.
Daar, in de hoek
laat ik een traan op je wang vallen
die van mijn wang rolt.
Je kijkt op en ziet me
niet.