Ongrenzeloos
wij waren niet altijd al grenzeloos
toen wij eindeloos cassettes draaiden
op onze kamers behangen met idolen
en onze rode lippen op het spiegelglas
toen onze huid nog onze huid
die van niemand anders was
en wij nog geen gedachten
moesten verdrinken in het bad
toen wij nog niet spraken over vroeger
maar over wat we later wilden worden
schreven we toen maar ‘van onszelf’
op de borden van de klas
waarin wij zaten
te vergeten wie wij
op dat moment al waren
genadeloos ongrenzeloos