Ik draai rond de pot,
Ik draai me om,
Van zwart naar zwart, en terug naar dat eerste
Ik tel de schapen
Ik tel de geiten
Ik verlies de tel bij de ouwe koeien
Ik denk aan alles
Ik denk aan niets
Maar dat zet me te veel aan het denken
Ik speel met mezelf
Ik speel met vuur
En dat is al lang hetzelfde niet meer
Ik kijk naar de kaft
Ik kijk naar de woorden
En de woorden kijken onbeweeglijk terug
Ik grijp naar de pen
Ik grijp naar de fles
Die zijn geluk elke keer weer met mij deelt
Ik schakel me uit
Ik schaak menig schoon
En dat allemaal om niet aan haar te moeten denken