Ik beweeg, ben, verdrijf, vereer en verweer. Ik begrijp en blijf Godganse dag, op en neer. In de na
schemering van, hoewel, op dezelfde plekken als dat ik ben, besta, ik verleer maar beweeg
voort tussen weleer en de op-
volgendheid
Verloren dromen hoezeer in vergetelheid verborgen. Zie hier en ze zijn. Morgen als lome illusie
van de verbetering, ik weder ijver op. De jeugd zo zoet en zacht maar hoe zij is, verkracht, in de schaduw van,
wij zijn haar volgende teleurstelling.
Ik wik edoch gedachteloos achteloos, verdrijf zwervend verlangen. In minuten van zwijgzaamheid
beweeg
voort en verdwijn bestaand
in wolken van stof.