Versteent door de leegte die je achterliet,
terneergeslagen door machteloosheid.
Het brandend verlangen naar je aanwezigheid,
wordt beantwoord met een ijselijke stilte.
Die schrijnende pijn zal een permanent litteken vormen.
Sluit ik mijn ogen, zie ik je verschijning.
Al glunderend kijk je me na.
"Goedemorgen".
Ik ervaar een verstikkend gevoel, angstig dat je schim verdwijnen zal.
Ademloos
Op het ritme van mijn hartslag, snak ik naar je stem
Maar ik hoor je niet
Je bent in een eindeloos tijdperk en ik ben er niet.