Huwelijk
Het slijk slokte als drijfzand onder mijn voeten,
dreigde me te willen groeten.
Een rokende massa, de pure dauw bevuilt.
De ochtenstond hebben we al vlug voor een maan verlichte avond verruild.
Je vroeg: Een lichaam of een mens?
Een vraag die ik onmogelijk verstond.
Dus gaf ik je mijn “Ja-woord”,
zwanenlied,
met een stijve knik,
in de schop,
in de omgewoelde grond,
waar ik mijn wil verloor en daar maar achterliet.