We kwamen thuis in stille handen
Open en ongepast tuurden we de verte in
Sprak ons geweten dat we terug vertrekken konden
In bron en over bron geef ik
de rust terug in zielen
Naar monding en over monding
gestuurd door de zwaartekracht
We lopen –
Steeds weer weg van wat
We voelen
Ik zag uw schaduw verdwijnen
Onze gelaten verraadden ons
de anonimiteit – en
we sluiten
samen met de stilte
de ogen
Wacht!
Ik gelijk op u
In zachte woorden – zonder taal – zonder regels -
In ons mens-zijn
komen we samen thuis
Wordt gij een gedicht
dat het ritme streelt
Zacht de melodie opneemt
en het lied herspeelt
-Verzen van karaat-