soms ben ik een kubus
wiskundig een platonisch lichaam
in mensentaal op zo’n manier opgekruld dat verdriet
plots in een beeld gevat wordt
laatst kwam een man me tegemoet op straat
toen hij zei ‘wat zit jij grappig in elkaar’, zei ik:
‘sorry’ en
dat ik op een dag zo ben opgestaan
dat ik zelf eigenlijk niet weet hoe ik opeens zo hoekig ben kunnen worden
voorzichtig gaf hij me een duwtje
behoedzaam
alsof hij zichzelf al indekte voor het geval ik echt
ik viel
‘het zit hem in de regelmatigheid van je vlakken’, zei hij, ‘je bent bovenaan dezelfde persoon als onderaan, aan je linkerzijde net hetzelfde als aan je rechterzijde’
hij verzweeg dat dat me kwetsbaar maakt
dat ik enkel op papier verbeelding van stem kan voorzien
hij zei dat hij van me zou kunnen houden, alleen niet in het echt
toen werden wij twee hyperbolen
wiskundige overdrijvingen
in een glas water de stortvloed
in mensentaal zo dicht op elkaar dat we langzaam in elkaar overhellen
platonisch blijven verlangen:
mentale connectie maken en haar daarna weg fantaseren
attributie: oorzaak aan gevolg koppelen en terug
als mimespelers:
NIET RAKEN
ALLEEN MAAR
DOEN ALSOF
-
nu is het net of hij fluistert:
‘laat me je hoeken afronden’
ik in stilte toestem
hij vervolgens zijn lichaam over het mijne drapeert
tot een eeuwige omwenteling
om in te verdwijnen