op betonovergoten stranden
tuffen wagens, morrend over radionieuws
dat de uren aaneenrijgt
langs uitgerolde ramen druppelt het zweet
van een oververhit koninkrijk vijfzitgroot
dat benzine uit het rietje van een pomp slurpt
in de mirage boven het wegdek spoken sterrenhotels
onuitspreekbare landen met strandgeel nabij zeeblauw
surfjongens uit het binnenland, cocktailjurken onder parasols
vliegtuigen met een bruingebakken piloot in de cockpit
tussen de groeven van het uitgedunde rubber kleeft
een stukje overreden hond, hij wilde mee op reis
pleegde liever een wanhoopsdaad dan in eigen
plas te zwemmen naast een lege blikvanger