hij zat op de dijk
naast me
ik dacht aan het haar
onder zijn navel en rond zijn tepels
hoe het droogt.
de zon scheen in onze ogen
we keerden terug van het strand.
hij betaalde zijn ticketje
aan de inkom van de parkeergarage
keurig
hoffelijk
ik keek naar de achterkant
van zijn hoofd.